Mag het van de bank?

Fiscale Integriteitsrisico’s bij toepassing Wwft, Wft en Wtt

Banken en andere financiële instellingen zijn verplicht om de fiscale integriteitsrisico’s van hun cliënten in kaart te brengen en deze te toetsen aan hun “tax risk appetite”.  Het betreft zowel het risico dat de cliënt betrokken is bij belastingfraude als het risico dat de financiële instelling betrokken is bij zodanig maatschappelijk onbetamelijk gedrag dat dit ernstige gevolgen heeft voor de integriteit van de financiële instelling of het financiële systeem.

Dat betekent dat de financiële instelling nogal wat informatie moet verkrijgen om deze beoordeling te kunnen maken. Tegelijkertijd moet de financiële instelling de kennis in huis hebben om deze beoordeling te kunnen maken. Dat is lastig want het risico op fiscale fraude en het fiscale risico op onbetamelijkheid is lastig vast te stellen. De fiscale wetgeving is ingewikkeld en er is vaak discussie mogelijk over zowel de feiten als de toepassing van de wet. De cliënten zitten vaak niet te wachten op ellenlange vragenlijsten, met gedetailleerde informatie over de fiscale positie, terwijl ze een belastingadviseur hebben die alles regelt. In mijn opinie voor het blad “ondernemingsrecht” ben ik al ingegaan op de vraag of de bank als belastinginspecteur zou moeten optreden (zie hier).

Financiële instellingen zouden dus het beste kunnen samenwerken met hun cliënten om een systeem te ontwikkelen waarbij het voor de instelling zo eenvoudig mogelijk wordt gemaakt om relevante gegevens aan te leveren. Op basis hiervan kan een bank eenvoudiger (en alleen in die gevallen waarin dat noodzakelijk is)  een reële risico-inschatting kan maken.

Booij Bikkers helpt financiële instellingen bij het opstellen van een fiscaal integriteitrisico-beleid en de beoordeling van fiscale integriteitsrisico’s en helpt cliënten van deze instellingen om snel en efficiënt de juiste informatie aan de instelling aan te leveren.