NTFR 2018/1681: Commentaar bij Hoge Raad 29 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:1022

Door: mr. G. van Dam

Antidumpingrechten komen in mindering op douanewaarde

Belanghebbende heeft aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van bevestigingsmiddelen. Zij heeft deze gekocht van E, gevestigd in Indonesië. De levering is geschied onder de voorwaarde ‘delivery duty paid’ (DDP). Als land van oorsprong is Indonesië opgegeven. Als bewijs daarvan heeft belanghebbende certificaten van oorsprong Form A overgelegd. Na onderzoek is gebleken dat de bevestigingsmiddelen uit China komen, en dat de certificaten door de Indonesische autoriteiten zijn afgegeven op basis van onjuiste informatie die is verstrekt door E. De inspecteur heeft onderhavige utb’s van douanerechten uitgereikt, en heeft antidumpingrechten geheven naar een tarief van 85%. Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat vanwege de leveringsvoorwaarde DDP de antidumpingrechten voor rekening van E zijn en daarom reeds in de transactieprijs zijn begrepen. Zij betoogt dat de douanerechten moeten worden berekend door op de transactieprijs het na te vorderen bedrag aan antidumpingrechten in aftrek te brengen. Dit betoog slaagt, aldus de Hoge Raad. Door de DDP-voorwaarde komen de nagevorderde antidumpingrechten voor rekening van verkoper E, zodat voor de berekening van de douanewaarde op de overeengekomen prijs ook de antidumpingrechten in mindering worden gebracht.

Lees de gehele uitspraak en het commentaar hier.