Tijdschrift voor Arbitrage: ‘Arbitrage bij internationale fiscale geschillen’

Door: mr. dr. J.A. Booij (TvA 2018/31)

Inleiding

Mensen wonen en werken steeds vaker in verschillende landen. Bedrijven slaan hun vleugels uit over de grens en vormen grotere of kleinere multinationale ondernemingen of samenwerkingsverbanden. Daarmee krijgen zij te maken met de fiscale problematiek van al die landen waarin ze werkzaam zijn of gevestigd zijn.

Staten claimen het recht op belastingheffing, als er sprake is van woon- of vestigingsplaats, nationaliteit of een bron van inkomen of vermogen. Zo kan iemand die woont in Nederland, maar werkt in België, in beginsel in beide landen voor het arbeidsinkomen worden belast. Er vindt dan een conflict plaats tussen het woonplaatsbeginsel en het bronbeginsel (arbeid, de bron van het inkomen ligt in België).

Voor een bedrijf werkt het in beginsel op dezelfde manier. Een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap heeft bedrijfsactiviteiten (een “vaste inrichting”) in Duitsland. Naar nationaal recht mag zowel Duitsland als Nederland belasting heffen over de bedrijfswinsten die in Duitsland worden gemaakt. Hier bestaat een conflict tussen het nationaliteitsbeginsel of woonplaatsbeginsel (het gaat om een Nederlandse vennootschap die in Nederland is gevestigd) en het bronbeginsel (winst uit de activiteiten in Duitsland).

Grensoverschrijdende activiteiten leiden dus al snel tot dubbele belastingheffing. We noemen dit juridische dubbele belastingheffing. Hetzelfde subject (persoon/entiteit) moet over hetzelfde inkomen/dezelfde winsten in meerdere landen belasting betalen.

Om dergelijke dubbele belastingheffing te voorkomen, hebben staten verdragen ter voorkoming van dubbele belasting gesloten. Nederland is een koploper op dit gebied met maar liefst 96 belastingverdragen.

Deze verdragen voorzien in een verdeling van de heffingsbevoegdheden en in een methode ter voorkoming van dubbele belasting. Zo zal in de meeste belastingverdragen staan dat het land waar iemand werkt de bevoegdheid krijgt om het arbeidsinkomen te belasten en moet het woonland een voorkoming van dubbele belasting geven. Een voorkomingsmethode is een methodiek om dubbele belasting te voorkomen. Dit kan door bijvoorbeeld het buitenlandse inkomen in het woonland vrij te stellen. Een andere methodiek is de verrekenmethode, waarbij het woonland een verrekening van de buitenlandse belasting toestaat. Een bedrijf gevestigd in het ene land met bedrijfsactiviteiten in een ander land, zal voor de winst uit die activiteiten meestal in dat andere land belast worden.

Het land van vestiging van de vennootschap moet dan een voorkoming van dubbele belasting geven.

Het gebeurt echter regelmatig dat de belastingdiensten van de verschillende landen een verschil van mening hebben over de wijze waarop een bepaling uit een belastingverdrag in een concreet geval moet worden toegepast. In deze bijdrage bespreek ik op welke wijze dergelijke geschillen gewoonlijk opgelost worden. Ik ga tevens in op recente ontwikkelingen die ertoe zullen leiden dat veel vaker dan in het verleden gebruik zal worden gemaakt van arbitrage. Deze praktijk staat echter nog in de kinderschoenen. Het potentieel is daarentegen erg groot.

Lees het gehele artikel hier.